In 1752 arriveert een schip in Brazilië met dokter en schrijver Gaspar de Fróes. Hij houdt een dagboek bij over de gevaarlijke reis, de ziekten en honger aan boord, zijn indrukken van het nieuwe land en de politieke strijd tussen de kronen van Castela en Portugal. In Brazilië wordt hij verliefd op de vrouw van een Portugese officier.
De meedogenloze Romeinse tribuun Vadio bundelt zijn krachten met de kwaadaardige Morakeb om de troon van Aristea over te nemen, waarbij hij koning Krontal overneemt en daarbij zijn lieftallige dochter steelt. Ondertussen komt Marco Aulo, nu een Romeinse hoofdman, naar Aristea om erachter te komen waar de oorlogsgelden van zijn legioenen naartoe zijn gegaan. Vadio laat hem beschuldigen van verraad en wordt de arena in gegooid om te vechten tegen een groep van zes formidabele gladiatoren. Tijdens de gevechten weigert Marco degenen die hij verslaat te doden, totdat hij uiteindelijk zelf verliest nadat de uitputting zijn tol eist. De zes krijgers bewonderen deze man en sluiten zich bij hem aan. Samen ontsnappen ze uit de klauwen van Vadio en plannen ze om het koninkrijk te bevrijden van de twee samenzwerende moordenaars. Bewerkt uit Mole Men Against the Son of Hercules
Ram zegt het nomadische leven vaarwel en trekt eropuit om kennis te vergaren in het Egypte van de farao's, een waar moeras van politieke intriges. Naar een Bijbelverhaal.