Tula (Obi Abili), een slaaf op het eiland Curaçao, wordt zich steeds bewuster van de ongelijkheid tussen zijn volk en hun blanke onderdrukkers. Als hij van zijn geliefde Speranza (Natalie Simpson) verneemt dat de slavernij op Haïti is afgeschaft, pleit hij voor vrijheid en gelijkheid tussen zwart en wit. Tula krijgt echter geen gehoor bij zijn ‘plantage-eigenaar’ Van Uytrecht (Jeroen Willems) maar wel bij zijn eigen volk die geïnspireerd door zijn wilskracht, het werk neerlegt en zich bij hem aansluit. Als het nieuws van de oproer Gouverneur De Veer (Jeroen Krabbé) bereikt, stuurt deze Nederlandse troepen onder leiding van kapitein Van Westerholt (Derek de Lint) naar de plantage. Tula die tegen wil en dank uitgegroeid is tot leider van de opstand, wil met woorden tot een vreedzame oplossing komen. Hij beseft al snel dat hij dit idealistische idee moet laten varen om samen met de andere slaven te vechten voor vrijheid, gelijkheid, en broederschap.
Het verhaal speelt zich af tijdens de De Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). Abner Beech (Billy Campbell), een koppige en rechtschapen boer uit de staat New York, tart zijn buren en maakt gebruik van zijn recht op de vrijheid van meningsuiting. Maar in een tijd waarin families verdeeld zijn door de burgeroorlog blijken de slagvelden dichter bij huis te zijn dan in eerste instantie gedacht werd.