Morten is een chef-kok op een groot vrachtschip in de Indische Oceaan. Na een lange reis is hij eindelijk onderweg naar huis om terug te keren naar zijn vrouw en kleine dochtertje. Maar dan wordt het schip aangevallen door piraten, wat het begin is van een zware strijd om te overleven.
Ergens in de Afrikaanse Sahara vertelt Komona, een veertien jaar oud meisje, haar nog ongeboren kind dat in haar groeit het verhaal over haar leven en sinds ze betrokken is bij de oorlog. Dit leven begon toen ze op haar twaalfde werd ontvoerd door de guerrilla's, haar familie werd vermoord en haar dorp platgebrand. Haar commandant misbruikt haar en Komona trekt langzaam uit zelfbescherming naar een oudere jongen met een witte haardos die ze 'de magiër' noemt en met wie ze probeert te ontsnappen.