Van, de erfgenaam van een Vietnamese clan, keert voor het eerst in 9 jaar terug uit de VS voor de verhuizing van het graf van zijn vader. Het hele gezin is verrast als hij hem ziet gaan met een jonge Vietnamese Amerikaan genaamd Ian. Niemand weet dat Ian het vriendje van Van is en ze zijn van plan om naar Van's moeder, de weduwe Hanh te komen, die van hem verwacht dat hij gaat trouwen en kinderen krijgt om de taken van de erfgenaam te vervullen. Als klap op de vuurpijl verwart zijn grootmoeder, die seniele dementie heeft, Ian met haar kleinzoon. Terwijl hij worstelt om de perfecte gelegenheid te vinden om uit de kast te komen, komt Van erachter dat mevrouw Hanh ernstig ziek is.
In Zhanash, een afgelegen dorpje op de steppe van Kazachstan, woont Mariam met haar man en vier kinderen in een simpel huisje zonder water en licht. Op een dag raakt haar man vermist, maar bij gebrek aan een lichaam kan hij niet dood worden verklaard, waardoor Mariam niet in aanmerking komt voor steun van de staat. Door deze omstandigheden is ze gedwongen haar lot in haar eigen handen te nemen om te kunnen overleven.
Bernadette heeft een hekel aan veel dingen waaronder mensen, haar huis verlaten en voornamelijk de ouders van klasgenoten van haar vijftienjarige dochter Bee. Nadat de angstige Bernadette plots spoorloos verdwijnt gaat Bee op onderzoek uit. In haar zoektocht naar de ware gebeurtenissen omtrent de vermissing komt ze het getroebleerde verleden van haar moeder te weten.
James Lewis is leraar Engels aan de middelbare school. Hij zet zich in om zijn favoriete studenten te beschermen tegen pestkoppen en de rijke Bernard Copper die veel invloed heeft in de gemeenschap. Hierdoor wordt hij steeds meer met moeilijkheden geconfronteerd en belandt hij in een neerwaartse spiraal.