De uit Duitsland afkomstige en hebzuchtige Jacob "Dutch" Walz is de rechtmatige eigenaar van de legendarische "Lost Dutchman" goudmijn in Arizona. Hij heeft met moorden zijn succes weten te bereiken.
Red Halland, die leeft in het tijdperk van het Wilde Westen, heeft een deal met de duivel om samen met zijn bende onsterfelijk te worden. Priester McCready probeert het kleine stadje te beschermen door vijf totempalen rond het stadje te plaatsen. Op een dag komt er een verzamelaar langs en besluit er een mee te nemen. Wanneer hij de totempaal uit de grond trekt verschijnt de bende van Halland en vermoordt iedereen. In de huidige tijd rijdt een groep studenten terug naar huis na een debateerwedstijd. Plots bevinden ze zich in het stadje en worden ze een voor een vermoord. Het is aan hen om het geheim van het stadje te ontrafelen en Halland zijn bende te vernietigen.
Twee kinderen gaan er met een kaart vandoor om een schat eerder te vinden dan de bandieten, zodat ze hun boerderij kunnen behouden. Ze moeten naar Matacumbe. Onderweg raken ze de kaart kwijt en ontmoeten ze een bruid die gevlucht is. Ze probeert ze steeds aan de sheriff over te geven.
Een revolverheld, gestrand in de woestijn, stuit op de nasleep van een overval, waarbij alle passagiers om het leven kwamen. Hij neemt een van de paarden mee om naar de stad te rijden om verslag te doen van het bloedbad, maar wordt ervan beschuldigd. Hij verstopt zich in de kelder van een huis waar de plaatselijke sheriff, die erg ziek is, met zijn dochter woont.
Een bende als priesters vermomde bankrovers arriveert in een klein stadje. Niet alleen worden hun plannen enigszins in de war geschopt door de aanwezigheid van een groep Mexicaanse criminelen, maar ook wordt hun incompetentie bij het stelen al snel duidelijk.
Flower Belle Lee (West) en Cuthbert J. Twillie (Fields) sluiten een monsterverbond: door hun huwelijk krijgt Flower Belle haar respectabiliteit weer terug na haar geheimzinnige affaire met de Gemaskerde Bandiet en Cuthbert J. mag, eh... toekijken. Gelukkig staat hem een glansrijke carrière te wachten als sheriff. En vooral een vaste plek aan de pokertafel.
Mexico, 1864. Napoleon III heeft tegen de zin van zijn volk Aartshertog Maximilian Ferdinand van Oostenrijk tot vazalkeizer laten uitroepen. Sindsdien woedt er een genadeloze burgeroorlog, die aan de kant van de tegenstanders aangevoerd wordt door president Benito Juarez, een nakomeling van de met legenden omgeven Azteken. Om zijn strijd te financieren gaat Juarez op zoek naar een verborgen Aztekenschat.
Lonnie Beale is op zoek naar werk en krijgt toevallig een baantje aangeboden op een ranch waar alleen maar vrouwen werken. Natuurlijk is dat voor Lonnie de uitgelezen kans om indruk te maken, en hij komt goed van pas om een dievenbende af te schrikken die een verborgen schat willen opgraven. Volgens de legende zou die schat namelijk op de ranch verborgen liggen.
De gecombineerde kracht van lokale politieagenten en de Indiase politie heeft tot doel de Rufus Buck Gang, een ijskoude bende voortvluchtigen met wraakzucht in hun gedachten, neer te halen.
Nadat ze zijn ontslagen door hun arrogante sheriff, besluiten twee goedbedoelde maar simpele hulpsheriffs om achter een ontsnapte gevangene aan te gaan in de hoop hun baan terug te krijgen. Maar als ze er achter komen dat de vermeende moordenaar een onschuldig slachtoffer is van het racistisch gerechtelijk systeem worden ze geconfronteerd met een moreel dilemma.