De jaren 80. Een groepje pas afgestudeerde tieners gaat naar een waterpark om hun laatste schooldag te vieren. De problemen beginnen als blijkt dat een een bloeddorstige maniak alle attracties in het waterpark uitgerust heeft met dodelijke valstrikken.
Het dorpje waar Alma woont wordt door soldaten overvallen. Alma ziet lijdzaam toe hoe haar kinderen vermoord worden net voor ze hetzelfde lot ondergaat. Dertig jaar later wordt de voormalige generaal Enrique voor volkerenmoord berecht, maar door technische formaliteiten op vrije voeten gesteld. Hij is een oude man die aan de ziekte van Alzheimer lijdt en pakt samen met zijn gezin en met de dienstmeid de draad van zijn leven thuis weer op. Hij hoort en ziet er vreemde dingen.
Sarah verhuist naar een andere stad en gaat op zoek naar een woning. Ze is dolgelukkig wanneer ze op een ruim appartement stuit waar ze vriendelijke en hulpvaardige mensen tot haar buren kan rekenen. Ze betrekt meteen het appartementencomplex, maar komt tot de ontdekking dat er iets duisters schuilt.
Malik en Aaron laten in de jaren 90 het stadsleven achter zich en verhuizen met hun tienerdochter Kayla naar een dorpje in de hoop meer van het leven te kunnen genieten. Ze worden in hun nieuwe gemeenschap echter meteen bedreigd door de homofobe inwoners. Niets is wat het lijkt in de wijk en wanneer de buren een bizar feest organiseren, vreest Malik voor het leven van zijn gezin.