Het waargebeurde verhaal van de slag om Mogadishu, de langste grondstrijd met Amerikaanse troepen sinds Vietnam. Een elite-team van 120 Amerikaanse militairen werd op 3 oktober 1993 in Mogadishu gedropt om 2 Somalische luitenanten te ontvoeren.
Na enkele jaren in het leger gevochten te hebben, wil Benjamin Martin niets liever dan een rustig leventje leiden. Als zijn zoon zich echter aanmeldt voor het Amerikaanse leger, om de jonge natie te verdedigen tegen de Britten, wordt hij gedwongen de wapens weer op te pakken.
Vietnam-veteraan John Rambo leeft al geruime tijd in een afgezonderde levensstijl in Bangkok. Op een dag wordt hij ingehuurd door een groep christelijke zendelingen om hen per boot te vervoeren naar Birma. Niet veel later wordt het dorp waar de zendelingen hun humanitaire missie uitvoeren aangevallen. Dit komt Rambo te weten als hij door diezelfde christelijke beweging wordt ingehuurd om een groep huurlingen te brengen naar het punt waar hij ze heeft achtergelaten in Birma. Samen met het team gaat hij op zoek naar de vermiste zendelingen.
De Duitse tiran Adolf Hitler brengt de laatste dagen van zijn heerschappij door in zijn bunker onder Berlijn. Het Rode Leger heeft met grote overmacht Berlijn omringd en daarbij vooral burgerslachtoffers gemaakt.
Als Sam op een missie in Afghanistan vermist wordt en er weinig hoop is dat hij levend terugkeert, probeert Tommy het verlies van zijn broer op te vangen door de verantwoordelijkheid voor Grace en de kinderen op zich te nemen.
De Amerikaanse marine weet zich te herstellen nadat de Japanners in december 1941 dachten de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor geheel tot zinken te hebben gebracht. Met hun overgebleven vliegdekschepen binden de Amerikanen in juni 1942 opnieuw de strijd aan, dit keer om het strategische eilandje Midway in de Stille Oceaan. Die slag om Midway wordt gezien als een van de meest belangrijke keerpunten in de Tweede Wereldoorlog waarin de Amerikanen, die sterk in de minderheid waren, door hun slimme tactiek bijna de gehele Japanse vloot tot zinken wist te brengen.
De film vertelt het verhaal van de 53 Amerikaanse soldaten die tijdens Operation Enduring Freedom tegen een strijdkracht van ongeveer 400 vijandige opstandelingen in het noordoosten van Afghanistan hebben gestreden. Oorspronkelijk gebouwd om de lokale bevolking te betrekken bij ontwikkelingsprojecten in de gemeenschap, stond Combat Outpost Keating - gelegen aan de voet van drie steile bergen op slechts 14 mijl van de Pakistaanse grens - tegenover een constante dreiging aangevallen te worden door de Taliban, waardoor de Amerikaanse soldaten die daar gestationeerd waren gevaar liepen. Toen uiteindelijk werd besloten om de basis te sluiten, ontdekte de Taliban dit en besloten ze een statement te maken.
Hannah Goslar (1928) en Anne Frank (1929) zijn boezemvriendinnen in de tijd dat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Wanneer de familie Frank onderduikt, verliezen ze elkaar uit het oog. Drie jaar later, in 1945, volgt een bijzondere ontmoeting tussen de twee meisjes in het concentratiekamp Bergen-Belsen. De moedige Hannah zet haar leven op het spel in de hoop haar sterk verzwakte vriendin te helpen.
Als bankier Walraven van Hall in de Tweede Wereldoorlog wordt gevraagd of hij zijn financiële contacten voor het verzet wil inzetten, aarzelt hij niet lang. Samen met zijn broer, Gijs van Hall, bedenkt hij een riskante constructie om grote leningen af te sluiten waarmee het verzet gefinancierd kan worden.
Het is de ijskoude winter van 1945. De Tweede Wereldoorlog is nog in volle gang. In het westen van Nederland heerst grote honger, waardoor veel mensen naar het oosten trekken om daar voedsel te vinden voor hun gezinnen. In een dorpje in de buurt van Zwolle woont de veertienjarige Michiel die niet kan wachten tot hij iets kan betekenen in het verzet. Dit tot ergernis van zijn vader, die als burgemeester vooral bezig is om escalaties in het dorp te voorkomen. Wanneer Michiel onverwacht een opdracht krijgt, is hij vastbesloten te bewijzen dat hij deze kan volbrengen. Hierdoor raakt hij betrokken bij de gevaren van de oorlog.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de Zuid-Limburgse jongens Tuur (12) en Lambert (12) beste vrienden. Tuur zijn vader zit bij het verzet, Lambert zijn vader is NSB’er. Maartje (13), nieuw in het dorp, vertelt alleen Tuur dat ze Joods is. De vriendschap knalt uit elkaar en het noodlot slaat toe.