De meedogenloze Romeinse tribuun Vadio bundelt zijn krachten met de kwaadaardige Morakeb om de troon van Aristea over te nemen, waarbij hij koning Krontal overneemt en daarbij zijn lieftallige dochter steelt. Ondertussen komt Marco Aulo, nu een Romeinse hoofdman, naar Aristea om erachter te komen waar de oorlogsgelden van zijn legioenen naartoe zijn gegaan. Vadio laat hem beschuldigen van verraad en wordt de arena in gegooid om te vechten tegen een groep van zes formidabele gladiatoren. Tijdens de gevechten weigert Marco degenen die hij verslaat te doden, totdat hij uiteindelijk zelf verliest nadat de uitputting zijn tol eist. De zes krijgers bewonderen deze man en sluiten zich bij hem aan. Samen ontsnappen ze uit de klauwen van Vadio en plannen ze om het koninkrijk te bevrijden van de twee samenzwerende moordenaars. Bewerkt uit Mole Men Against the Son of Hercules
Een karavaan, bewaakt door Romeinse soldaten, stuit op een vrouw die aan een paal is vastgebonden en voor dood is achtergelaten. Een rijke koopman die de karavaan heeft gehuurd, is tegen het meenemen van De Vrouw, maar de commandant van de soldaten, Verrus, overrulet hem. Verrus probeert vriendschap met haar te sluiten en belooft allerlei soorten rijkdom voor haar gunsten. De karavaan stuit op een groep vluchtelingen die op de vlucht zijn voor het bevel van koning Herodes om alle mannelijke kinderen te doden. Ze zijn op weg naar Egypte met een mannelijk kind bij zich. De Koopman begint na te denken over de beloning die de Koning zou betalen en beveelt De Vrouw om een Romeinse bewaker te verleiden om de boodschapper in staat te stellen weg te komen. Wanneer de soldaten van de koning komen opdagen, weigert Verrus de vluchtelingen over te geven.