Een jonge zwerver arriveert bij een afgelegen landhuis waarvan de eigenaresse in hem haar verloren zoon meent te herkennen. Zowel de huisvriend als de dochter gaan ook mee met die vooronderstelling, wat het meisje er echter niet van weerhoudt een liefdesrelatie met haar zogenaamde broer aan te gaan.
Tijdens een tussenstop vertelt kolonel Lindsay hoe hij de nacht ervoor droomde dat zijn vliegtuig in een storm terechtkwam en neerstortte. Beetje bij beetje beseffen de reizigers dat de omstandigheden van de tragedie die hij aanhaalt vrijwel dezelfde zijn als die waarin zij zich bevinden.
Na een lange tijd ontmoet Janne William weer. Ze verlaat haar familie om bij hem te gaan wonen in een hut aan de rivier. Ze krijgen opnieuw liefdevolle gevoelens voor elkaar, zoals ze die hadden in hun kinderjaren toen ze in de bossen speelden. Wanneer een kanoër Janne per toeval vindt in het bos, is ze extreem verzwakt en ligt ze naast twee dode lichamen...