Londen, 1888. Een moordenaar bekend onder de naam Jack the Ripper vermoordt op brute wijze vijf prostituees. Hoewel de moorden het wereldnieuws halen, blijft de identiteit van de moordenaar al meer dan 120 jaar een mysterie. Maar nieuw bewijsmateriaal gevonden door een internationaal team van experts leidt naar een Duitse zeeman en naar de Lower East Side in New York.
Lente 1921. De introductie van de NEP verandert Petrograd snel, bloedeloos door oorlogen en revoluties. Marsen en volksliederen worden verwaterd met foxtrot en chanson, goedgeklede mensen verschijnen op de dijken, maar als gevolg daarvan hebben gopniks haast om hun geld aan te nemen. Er begint wetteloosheid, waar de Cheka niet mee om kan gaan: winkels worden vijf keer per dag beroofd. Dan komt de criminele wereld van Sint-Petersburg, geleid door oom Kolya, de Nepmen verdedigen en begint hen ‘te beschermen’. Niet alle Nepmen komen echter overeen om voor dergelijke diensten te betalen, en dan stuurt oom Kolya zijn gevechtstroepen naar hen toe. De bekendste en meest productieve van hen is de bende van Rody, een voormalige anarchist, kerel en hartenbreker en de noordelijke Benny Creek.
Na een mislukte operatie om de beruchte drugsdealer Jiang te arresteren, reist onderzoeker Techit naar het resort van zijn vriend Sritang om een pauze te nemen. Daar ontmoet hij een geest met een zoete stem die door zijn kamer spookt en zich niets van haar verleden kan herinneren. Hij besluit haar Siangwaan te noemen vanwege haar mooie stem, en de twee beginnen dan haar echte identiteit te ontdekken.