Soof - kort voor Sophie - nadert de 40 en heeft alles wat ze ooit wilde: drie leuke kinderen, een klein cateringbedrijfje, een lieve man Kasper en een heerlijk huis. Tot ze zich op een dag afvraagt: “is this all there is?” Het cateringbedrijfje wil niet echt van de grond komen, haar drie kinderen slokken al haar tijd op en ze kan niet echt rekenen op Kasper, die zijn tijd vooral in zijn eigen werk stopt. Als Soof tijdens een etentje choreograaf Jim tegen het goddelijke lijf loopt is er meteen een klik. Even iemand die haar ziet om wie ze is, zich niet meteen afvraagt wie de kinderen naar hockey brengt en die haar het gevoel geeft bijzonder te zijn. Als de relatie tussen Soof en Jim onbedoeld uit de hand dreigt te lopen en de verbouwing van Soofs tuinhuis tot professionele keuken zijn tol eist, dringt de vraag zich langzaam op of Kasper nog wel die woest-aantrekkelijke man is, waar Soof ooit voor viel.
Miki zit op de middelbare school. Op een dag vertellen haar ouders haar dat ze gaan scheiden en van partner gaan wisselen met de Matsuura's, een stel dat ze op vakantie op Hawaï hebben ontmoet. De Matsuura's hebben ook een zoon genaamd Yuu en het is de bedoeling dat ze allemaal samen in een huis gaan wonen.
In de jaren zestig, ergens in het verre noorden, midden in de taiga, draait het leven van een kleine kolonie jonge mensen om de houthakkers brigade wedstrijd. Een jonge vrouw van 17, Tossia, is de nieuwe kokkin. Gehuisvest in een houten huis met vier andere meisjes, die haar nieuwe vrienden worden, ontmoet ze ook de knappe Ilya Kovriguine, een brigadegeneraal en een gevreesde rokkenjager. Ze worden allebei verliefd...