Door middel van interviews ontmoeten we enkele mensen die hun leven riskeerden om Joodse kinderen te verbergen tijdens de Tweede Wereldoorlog en hoe deze ervaring de overlevenden blijft beïnvloeden.
Canada werd de oorlog in geleid door een onverdraagzame, onwetende, door zichzelf geobsedeerde minister van Militie, die misschien wel klinisch krankzinnig was, maar het belang van Canada's bijdrage aan die oorlog heeft veel aan hem te danken. De man was natuurlijk kolonel – later door zijn eigen hand tot luitenant-generaal benoemd – Sam Hughes. Sam's Army is een meeslepend portret van een complexe man en het formidabele leger dat hij heeft opgebouwd. Sam Hughes was niet jouw standaard militaire leider. De Canadese minister van Militie en Defensie uit de Eerste Wereldoorlog concentreerde de macht in eigen handen, stond erop dat het Canadese leger het slecht doordachte Ross-geweer zou gebruiken en promootte zijn handlangers royaal. Maar het viel niet te ontkennen dat Hughes een visionair was. Hij verzamelde 's werelds grootste vrijwilligersleger ooit en verzette zich tegen superieuren om zijn woeste strijdmacht bijeen te houden in één Canadees korps.
Sergeant De Koning, bijgenaamd Sire, is een echte oorlogsveteraan. Hij heeft zich vrijwillig gemeld voor Korea. Na een doorbraak van Noord-Koreaanse en Chinese troepen, vindt Sire zichzelf gewond terug achter de vijandelijke linies, waar hij een overlevingsgevecht moet voeren tegen de honger, pijn, dorst en wanhoop. Tijdens deze dagenlange beproeving gaan zijn ogen open en kiest hij partij voor het enige slachtoffer: de onschuldige burger.