Wanneer de jonge verzetsstrijder Piet Hartog getuige is van de gruweldaden tegenover de Joden raakt hij via zijn mooie geliefde Aty en haar tante Corrie betrokken in een web van spionage en clandestiene activiteiten. In de schuilplaats ontmoet hij de jonge natuurkundestudent en journalist van het verzet, Hans Poley. Samen gaan ze de strijd aan om Gods volk te redden met als einddoel een weeshuis met kinderen van massa-executie te redden.
Dick Goin en zijn gezin worden gevoed door de zalm uit de Elwha-rivier sinds ze tijdens de Dust Bowl naar het Olympic Peninsula van Washington migreerden. Dick is zijn schuld aan de vissen, die gestaag aan het verdwijnen zijn, nooit vergeten. Dick, een arbeider in een pulpfabriek en meestervisser die pleitbezorger voor zalm is geworden, gebruikt zijn herinneringen en doorzettingsvermogen om te strijden voor het grootste project voor het verwijderen van dammen in de geschiedenis van de VS. Zijn doel: de zalm thuisbrengen.
Vóór de onafhankelijkheid in de jaren veertig toont het leven van arme, zorgeloze dorpelingen die worden gelokt om op theeplantageboerderijen te werken en hoe ze worden gedwongen de rest van hun leven als slaven te leven zonder sporen van hoop en vrijheid.
Hajo wil naar zee als scheepsjongen op het schip van schipper Bontekoe. Zijn moeder, die haar man op zee heeft verloren, doet er alles aan om hem aan wal te houden, maar de roep van de zee is te sterk en Hajo's aanwezigheid op het land brengt niets dan ellende. Padde, het onhandige vriendje van Hajo, kan geen afscheid van hem nemen. Hij springt vlak voor het vertrek aan boord en er wordt besloten dat hij meereist tot Harlingen, waar ze buskruit in moeten laden. Daar zal Padde met een tjalk mee terug naar Hoorn varen. Padde valt echter in slaap en wordt pas wakker als ze al op zee zijn. Aan boord sluiten Hajo en Padde vriendschap met Rolf, een jongen die al kan lezen en schrijven. Op hun tocht naar Oost beleven ze samen met schipper Bontekoe veel spannende avonturen.