In een televisieprogramma wint Angélica, de dochter van een zakenman die zangeres wil worden, uiteindelijk haar 'gekke droom', namelijk het opnemen van een videoclip op de top van Pedra da Gávea, in Rio de Janeiro, met Grupo Dominó. Haar vader verbiedt haar om te gaan, dus loopt ze met haar vriend weg naar Pedra da Gávea. Als haar vader erachter komt, beveelt hij Didi, Dedé , Mussum en Zacarias om haar binnen drie dagen te vinden of de politie te bellen. Het kwartet probeert haar te vinden en valt in een gat in Pedra da Gávea dat wordt bevolkt door vreemde wezens, sommige goed, de Grunks, en andere slecht, de Barks.
Hij is pas 26, toch staat Joseph Bonanno al aan de top van één van de meest gevreesde maffiafamilies in Amerika. Zijn grote voorbeeld is de allerhoogste baas der bazen Lucky Luciano. Als belangrijkste steunpilaar van President Franklin D. Roosevelt, vliegt zijn ster als een komeet omhoog. Maar ondertussen dreigt vanuit Europa de Tweede Wereldoorlog en bindt de burgemeester van New York de strijd aan met Siciliaanse maffia in zijn stad. In ruil voor antifascistische aanslagen in Italië, kan Bonanno enkele van zijn maffioze vrienden uit de gevangenis houden.
Rupert Beer maakt een wandeling in de heuvels vlakbij zijn huis, waar hij een gemeenschap van kikkers tegenkomt die samen een muzikaal spektakel organiseren.