In het jaar 1618 is het religieuze conflict tussen de katholieke Habsburgers en Boheemse protestanten op zijn hoogtepunt. Als de koninklijke stadhouders Jaroslav Borita en Vilém Slavata en secretaris Philip Fabricius uit het raam van de Praagse Burcht worden gegooid door tegenstanders van Koning Ferdinand II, leidt dit tot de Boheemse Opstand, geleid door Jindrich Matyás Thurn. Er ontstaat een oorlog die dertig jaar aanhoudt.
In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog besluit de vrijgevochten journaliste Juliet Ashton een boek te schrijven over de Guernsey Literary and Potato Peel Pie Society, een boekenclub die tijdens de oorlog werd opgericht op het Kanaaleiland Guernsey. De band die Juliet krijgt met de leden van de excentrieke club verandert haar leven.