Martin heeft een visuele beperking. Hij blijft alleen thuis met zijn enige vriend, een magische pop genaamd Francis, die hem helpt de wereld te ontdekken. Wanneer hij door andere kinderen uitgenodigd wordt te voetballen op straat gaat hij daar graag op in, maar niets gaat zoals hij verwachtte.
In een Bulgaars bergdorpje, waar vooroordelen broeien, begint een zomerromance tussen twee jongens uit verschillende werelden. Victor (27) heeft een goed leven in Madrid met zijn partner, Jose. Hij keert terug naar zijn geboorteplaats in Bulgarije voor de begrafenis van zijn grootvader en besluit er de zomer te blijven. Terwijl hij opnieuw contact maakt met zijn vader en de dorpsmanier van leven, vindt hij onverwacht liefde in de persoon van Liuben, een 18-jarige Roma-jongen. Ondanks hun verschillen, en de conflicten om hen heen, vinden Victor en Liuben een toevluchtsoord bij elkaar.
Julio Cesar is bijna veertig jaar oud en woont nog steeds bij zijn moeder, een Colombiaanse vrouw met een turbulente persoonlijkheid. Ze wonen als illegale immigranten aan de rand van Rome. Het tweetal deelt vrijwel alles: een huisje aan de rivier, herinneringen aan vroeger, het kleine geldbedrag dat ze verdienen bij een plaatselijke drugsdealer en de passie voor avondjes salsa en merengue. Een bestaan in de marge dat tegelijk symbiotisch en onderdrukkend is, maar ook zeer liefdevol. Het precaire evenwicht dreigt te worden verstoord door de komst van Ines, een jonge Colombiaanse die zojuist haar eerste reis als cocaïne-‘muilezel’ heeft gemaakt. Tussen verlangen en jaloezie loopt de situatie snel uit de hand, tot het punt waarop Julio drastische maatregelen zal moeten nemen op een pijnlijke reis die hem voor de eerste keer naar zijn geboorteland Colombia zal brengen.