Een opkomende zwarte schilder probeert door te breken in de competitieve kunstwereld en om te gaan met een onverwachte romance met een ambitieuze rechtenstudente.
In het jaar 1939 krijgen dochters van hooggeplaatste nazi's les op een kostschool aan de Engelse kust. Mevrouw Rocholl houdt toezicht op de instelling, Thomas Miller is een van de docenten. Wanneer een van zijn collega's ontdekt wat er hen te wachten staat, wil deze de anderen waarschuwen. Als hij vervolgens dood wordt teruggevonden, slaat Thomas op de vlucht.
Colin en Les zijn schapenhoeders en van elkaar vervreemde broers. Hun karakters botsen al eens, niet in het minst doordat Colin introvert is en leergierig terwijl Les heethoofdig is en grof. Na een stille periode van 40 jaar herenigen de broers zich om hun kudde te redden. De overheid wil de schapen immers laten afslachten, nadat een ram is gevonden die een zeldzame ziekte met zich meedraagt.
Joanne Marco is een welgestelde kunstverzamelaar en weldoenster, die op zoek is naar een geniale kunstenaar. Wanneer ze op de jonge onbekende schilder Aldis Browne stuit, ontwikkelt ze een obsessie. Hij mag in haar landhuis verblijven, maar ontvlucht de plek wanneer zijn eerste tentoonstelling wordt afgekraakt door de critici. Joanne weet echter hoe hem terug te lokken.