In de zomer van 1956 werkte de 23-jarige Colin Clark, die net van Oxford komt en vastbesloten is om carrière te maken in de filmwereld, als assistent op de set van „The Prince and the Showgirl”, de film die Sir Laurence Olivier en Marilyn Monroe verenigde. Deze laatste was ook op huwelijksreis met haar nieuwe man, scenarioschrijver Arthur Miller.
Café de Flore is een liefdesverhaal over soulmates, die gescheiden door afstand en tijd elkaar op mysterieuze wijze toch weervinden. In de jaren zestig woont Jacqueline samen met haar gehandicapte zoon in Parijs. In het huidige Montréal woont de gescheiden en succesvolle DJ Antoine. Wat de twee verhalen bindt, is liefde - euforische, obsessieve, tragische, tijdloze -liefde.
Na de bruiloft gaan Bella en Edward op huwelijksreis naar Rio De Janeiro, waar Bella tot haar schrik ontdekt zwanger te zijn. De familie van Edward is in shock door de situatie, die de fragiele band tussen de vampieren en weerwolven nog meer spanning bezorgt. Niemand weet wat te verwachten van deze onwaarschijnlijke zwangerschap. Ondertussen blijft ook de dreiging van de Volturi bestaan.
Jacob, een Amerikaan, en Anna, een Britse, ontmoeten elkaar op een hogeschool in Los Angeles en worden smoorverliefd op elkaar. Het is de zuiverste vorm van romantiek – voor beiden is het de eerste betekenisvolle relatie. Wanneer Anna naar Londen terugkeert wordt het koppel gedwongen om een langeafstandsrelatie aan te gaan.
Na een feestje op vrijdagavond samen met zijn hetero vrienden, gaat Russell naar een homobar. Net voor sluitingstijd pikt hij Glen op. Maar wat bedoeld was als een eenmalig iets verandert in iets anders, iets speciaals. In een weekend vol bars en slaapkamers, alcohol en drugs, praten en seks, leren de twee mannen elkaar beter kennen.