Het begint allemaal met een jeugdherinnering: die dag waarop de vader van de toekomstige filmmaker Sebastiano d'Ayala Valva hem dwingt naar bepaalde muziek te luisteren die hem aanvankelijk angst aanjaagt; een verre echo uit het verleden die hem ertoe brengt het spoor te volgen van zijn mysterieuze voorvader, de Italiaanse componist Giacinto Scelsi (1905-1988), die beweerde dat zijn muziek rechtstreeks door de goden werd geïnspireerd.
Aan de hand van Chris Kings verzameling van 78-toeren Lp's neemt deze documentaire je mee terug in de tijd, naar een van de oudste vormen van westerse muziek. King is een Amerikaanse muziekexpert die zich verdiept in vroege registraties van melancholische blues en folkmuziek uit het begin van de twintigste eeuw. Een van zijn favorieten: de droevige vioolmuziek van de in 1910 naar New York geëmigreerde Griek Alexis Zoumbas. Beter dan dat wordt het niet. “Alles dat na 1949 is opgenomen, is rommel", aldus King.
In navolging van Woodstock werd er ook in de Rotterdamse wijk Kralingen een driedaags popfestival georganiseerd. Ook hier ging veel mis. Zo kwamen er veel meer mensen dan verwacht en klom iedereen zonder te betalen over de hekken. Het grootste Europese festival tot dan toe was een feit. Met optredens van onder meer Pink Floyd, Jefferson Airplaine en Carlos Santana.