Het waargebeurde verhaal van de levenslange crimineel en seriemoordenaar Carl Panzram die in 1928 zijn autobiografie schreef voor een gevangenisbewaarder. Carl Panzram was een levenslange gevangene en een seriemoordenaar vol haat. Panzram werd in het Amerika van de 20e eeuw gebrutalizeerd, in en uit verschillende Amerikaanse staatsgevangenissen en ontketende een wraakactie die resulteerde in meer dan twintig moorden en talloze gewelddadige sodomie daden. Een enkele vriendelijke daad, door gevangenisbewaker Henry Lesser, leidde tot een vriendschap die Panzram er uiteindelijk toe bracht zijn autobiografie te schrijven. In 1930 werd Panzram opgehangen omdat hij een wasserij voorman in de Leavenworth-gevangenis had vermoord.
Een Amerikaanse tienerjongen wordt geraakt door de gebeurtenissen van 11 september, het terrorisme en de oorlog die in Irak plaatsvindt. Mede door zijn omgeving ontwikkelt hij racistische gedachten. Zijn haat zorgt ervoor dat hij samen met een vriend een aanval pleegt op een jongen van Indisch-Amerikaanse afkomst.
Een groep criminelen wil een trein overvallen, maar heeft hierbij nog een ervaren man nodig. Als zij diegene hebben gevonden, blijkt dat deze net met pensioen gegaan is en geen zin meer heeft in overvallen. De groep heeft hem toch nodig, dus wordt de man ontvoerd. Hierbij worden echter nog een aantal onschuldige mensen betrokken en gedwongen om de trein te overvallen.
Een jonge blanke jongen valt in een Amerikaanse achterbuurt op een latina-meisje uit zijn buurt. De jongen komt hierdoor ernstig in de problemen, maar gelukkig beheerst hij een vorm van vechtsport die oosterse techniek met dans combineert.