Amon is een jongen die de wind kan beheersen. Branik, heerser van het Rijk van de Gouden Slang, wil dat Amon het ultieme wapen compleet maakt en stuurt zijn troepen om de jongen gevangen te nemen. Amon gebruikt zijn talenten en slaagt erin weg te rennen met Maria, een van de Mensen van de Zee. Samen proberen ze te voorkomen dat het Rijk van de Gouden Slang alles vernietigt en verovert.
De vondeling Mariken wordt door een kluizenaar wordt grootgebracht in het sprookjesachtige Waanwoud. Op een dag laat Mariken het woeste woud achter zich en trekt naar de stad om een geit te kopen. Onderweg ontmoet ze de raarste figuren: de enge Zwarte Weeuw, de gevangen Rattenjan, een troep vrolijke toneelspelers en een ijskoude gravin. Mariken, van niemand bang, is niet op haar mondje gevallen. Ze zegt altijd wat ze denkt en dat vindt niet iedereen even prettig.