In de hoop haar huwelijk te herstellen, verhuizen Jennie Logan en haar man naar een prachtig Victoriaans landhuis. Wanneer Jennie een antieke jurk past die ze op zolder vindt, wordt ze honderd jaar terug in de tijd getransporteerd, waar ze de vorige eigenaar van het huis, David, ontmoet. Terwijl haar gevoelens voor David groeien, wordt het duidelijk dat Jennie niet alleen wordt verscheurd tussen twee mannen en twee keer, maar ook in beide werelden met gevaar wordt geconfronteerd.
Bamse is een goedhartige beer wiens grootmoeder een speciaal soort honing kookt, waardoor hij superkrachten krijgt. Wanneer iemand de vrienden van de beer in ballonnen en andere dingen begint te veranderen, moeten Bamse en zijn vrienden Skalman (een schildpad) en Lille Skutt (een konijn) door het bos reizen om deze persoon tegen te houden.
Op een ochtend komt de rector van een klein Frans dorp een jonge man tegen, die ongekleed en bewusteloos op een verlaten strand ligt. Geïntrigeerd laat de rector de jongeman terugdragen naar zijn huis. Als hij wakker wordt, identificeert de vreemdeling zichzelf kalm als Jean, een engel die net op aarde is aangekomen. De rector gelooft dit uiteraard niet, maar besluit de jongeman een plezier te doen. In eerste instantie veroorzaakt Jean's aankomst in het dorp geen onrust. Hij is een onschadelijke ziel, vol goede bedoelingen en alleen in staat tot de vriendelijkste daden. Maar dan worden de dorpelingen op hun hoede voor hem, en deze behoedzaamheid verandert in regelrechte vijandigheid wanneer Jean onbewust een ongeluk veroorzaakt...
Nelly en de hond London worden vergezeld door Valle terwijl ze het Zwarte Woud in trekken om de Mirror of Death te vinden. Een reis die hen steeds dieper het bos in brengt en naar de plek waar Nelly's moeder ooit verdween.
In een verre toekomst heeft oorlog de hele aarde verwoest, waardoor alleen een dorre woestenij overblijft waar de watervoorziening wordt gecontroleerd door een hebzuchtige koning.