Het is dertig jaar na het mislukken van het Ruimte kolonisatieprogramma. De mensheid is bijna uitgestorven. Een eeuwige en dodelijke regen valt op de aarde. Mannen die bekend staan als 'Junkers' plunderen goederen en artefacten uit de ruïnes van de beschaving. Eén zo'n Junker sluipt alleen de gevaarlijkste van alle ruïnes binnen: een 'Sarcofaag stad'. In het centrum van deze dode stad ontdekt hij een vooroorlogs planetarium. En als hij binnenkomt, wordt hij begroet door Hoshino Yumemi, een begeleidende robot. Zonder enige twijfel gaat ze ervan uit dat hij de eerste klant in dertig jaar is die ze heeft. Ze probeert hem meteen de sterren te laten zien, maar de planetarium projector is kapot. Omdat hij geen idee heeft van haar gesprek, stemt hij er uiteindelijk mee in om te proberen de projector te repareren...
Als Fiona Lawson op een dag thuiskomt, is het laatste wat ze verwacht een andere familie in haar huis te zien. Uiteraard denkt ze dat het gewoon één grote vergissing is. Haar huis heeft immers nog nooit te koop gestaan. Waarom zijn de meubels dan nergens te bekennen? En waarom kan ze haar vervreemde man Bram niet te pakken krijgen? Als het kwartje valt dat haar man is verdwenen en zij de rommel moet opruimen, beseft Fiona dat de geheimen en leugens nog maar net zijn begonnen.
De hongerige jonge Sigmund Freud wil graag naam maken in het 19e-eeuwse Wenen en sluit zich aan bij een helderziende en een inspecteur om een reeks bloedige mysteries op te lossen.