Politie-inspecteur Pao probeert Mak Kwan te vangen, een bendelid dat eerst wordt gearresteerd, maar vervolgens uit de gevangenis ontsnapt. Bij toeval realiseert Pao zich dat het doelwit van Kwans bende de H.K. Paardrijclub.
Arturo Bolaño is een middelmatige verzekeringsverkoper die dol is op vrouwen, drank en elke sluiproute die hij maar kan vinden naar Easy Street. Hij denkt het gevonden te hebben bij de mooie Rebeca Solis, de vrouw van de eigenaar van het hotel waar hij voor zaken verblijft. Rebeca wil niets liever dan ontsnappen aan haar man en nadat Arturo verliefd wordt, vraagt ze hem om haar te helpen van hem af te komen. Het plan verloopt vlekkeloos, maar net als ze denken met moord weg te komen, ontvangen ze een anonieme brief van een getuige van de misdaad.
Twee jongens, afkomstig uit de getto, keren terug naar de voorsteden na een nachtje uitgaan in Parijs. Ze nemen een taxi richting huis, maar daar aangekomen besluiten ze niet te betalen en de twee zetten het op een lopen. De taxichauffeur laat het er niet bij en begint een klopjacht op de vrienden. Hij zal hen niet met rust laten vooraleer de jongens hem betalen. Zij het fysiek of psychisch.
Dure prostituees worden systematisch vermoord, hun lijken verminkt en er wordt een bizar Zuid-Amerikaans symbool gevonden dat met bloed is beschilderd. De agent die het onderzoek leidt, wil de misdaad oplossen voordat zijn ex-vrouw, een verslaggeefster, het volgende slachtoffer wordt.