Nadat een lid van hun groep is vermoord, moeten de artiesten in een burlesk huis samenwerken om erachter te komen wie de moordenaar is voordat ze opnieuw toeslaan.
De Nederlandse schilder Jan-Van Rooyer haast zich om een afspraak te maken met Jacqueline Cousteau, een elegante, verfijnde Française, iets ouder dan hij, wier relatie met hem was veranderd van een kunststudente in een liefdesafspraak. Hij arriveert en wordt geconfronteerd met rechercheur-politie-inspecteur Morgan die hem ervan beschuldigt Jacqueline te hebben vermoord. Morgan luistert sceptisch naar de verdwaasde ontkenningen van Van Rooyer terwijl hij het verhaal vertelt van zijn relatie met de vermoorde vrouw. Morgan realiseert zich, nadat hij het verhaal heeft gehoord, dat het mysterie zich heeft verdiept en dat het ingewikkelder wordt wanneer de adjunct-commissaris, Sir Brian Lewis, uitlegt dat Jacqueline niet getrouwd was, maar werd vastgehouden door Sir Howard Fenton, een hooggeplaatste diplomaat wiens namen moet buiten de zaak gehouden worden.
Een trein die zachtjes door de glooiende heuvels van het Italiaanse platteland tuft, ontploft. In één van de rijtuigen bevinden zich vier overlevenden: 'De Generaal,' een bejaarde Engelse gentleman, Werner, een jonge Duitser, Aimee, een achtjarig meisje dat haar ouders bij de bomaanslag verloor, en Emily Delahunty, een Engelse romanschrijfster die hen bij haar thuis uitnodigt om van de schok te bekomen. Samengebracht door het noodlot, proberen ze zo goed en zo kwaad als dat gaat om de draad van hun dooreengeschudde leven opnieuw op te pikken. Intussen probeert een plaatselijk politie-inspecteur verbeten de puzzelstukjes van de gebeurtenissen in elkaar te passen. Als plots de zakelijke Amerikaanse oom van Aimee opdaagt om het meisje mee te nemen, gaat er een nieuwe schokgolf door het broze huishouden. Kan de magie van Emily's huis in Umbria iedereen alsnog geluk brengen? Of zal dat geluk zo ongrijpbaar blijken als de antwoorden op de vragen die hen met elkaar verbinden?