Skorsky voert geldtransporten voor de maffia uit, maar hij wil eigenlijk uit dat wereldje stappen. Tony is van plan één van de trucks van Skorsky te stelen. Hij weet niet wat er met de trucks vervoerd wordt en wat hij zich op de hals zal halen als hij er echt één steelt. Bovendien wordt Skorsky op de hielen gezeten door de belastinginspectie.
Tijdens de crisis in de jaren '30 van de vorige eeuw, wil de raad van bestuur van de Thomas Dickson's bank dat Dickson fuseert met de New York Trust en zelf aftreedt. Dickson weigert dat. Op een nacht wordt de Dickson's bank beroofd van $100.000. De verdachte, Matt Brown, is een ex-gevangene die Dickson had aangesteld als hoofdkasbediende. Brown weigert te vertellen waar hij die nacht was, en dat terwijl hij toch twee getuigen heeft die zijn alibi kunnen bevestigen, namelijk Mrs. Dickson en zijn collega Cyril Cluett.
Gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Een serie verschrikkelijke moorden in de jaren zestig choqueert het Hongaarse plaatsje Martfü. Een psychopaat jaagt op jonge vrouwen en vermoordt ze op gruwelijke wijze. Een onschuldige man wordt onterecht aangeklaagd en veroordeeld voor moorden die hij onmogelijk kan hebben gepleegd. Een vastberaden politieman bijt zich vast in de zaak, terwijl hij onder druk staat van de aanklager die een veroordeling nodig heeft.
Het vrouwelijk instinct (Brigitte Bardot) blijkt even feilloos als het mannelijk gedrag voorspelbaar: in de hotelkamer gaat de gerespecteerde advocaat (Jean Gabin) voor de bijl, daarmee zijn onherroepelijke neergang inluidend.
Bowie, een jeugdige veroordeelde moordenaar, en de bankovervallers Chicamaw en T-Dub ontsnappen in de jaren dertig uit een ketenbende uit Mississippi. Ze sluiten zich aan bij een benzinestationbediende en gaan door met het beroven van banken. Bowie, die gewond raakt bij een auto-ongeluk, zoekt zijn toevlucht bij de dochter van de tankstationbediende, Keechie. Ze raken romantisch betrokken, maar hun relatie komt onder druk te staan door Bowie's weigering om de misdaad de rug toe te keren. De film is gebaseerd op de roman Thieves Like Us van Edward Anderson. De roman is ook het bronmateriaal voor de film They Live by Night uit 1949, geregisseerd door Nicholas Ray.
Een moordenaar voor de Mafia besluit een punt te zetten achter zijn wrede loopbaan. Wanneer zijn bazen hem op andere gedachten proberen te brengen door zijn gezin te vermoorden lanceert hij een vendetta tegen hen.
Johan Falk bevind zich in een vuurgevecht met de overvallers van een juwelierszaak. Nadat de rook is opgetrokken zijn één van overvallers en een onschuldige omstander dood.
Drie getuigen identificeren de tweede overvaller als Leo Gaut. Gaut bedreigd de getuigen en Johan Falk moet alles op alles zetten om hen te beschermen.
Op de grens van Franstalig en Engelstalig Canada wordt een lijk gevonden. De politie ruziet even over wie de zaak moet krijgen, want het hoofd van het lijk ligt in Quebec en de voeten in Ontario. Er wordt besloten er een gezamenlijke zaak van te maken en zo komt het dat twee rechercheurs de moord moeten zien op te lossen: David Bouchar (Patrick Huard), een onbehouwen 'Franse' lomperik die geen enkel respect heeft voor regels en procedures, en Martin Ward (Colm Feore), een door de wol geverfde 'straight cop' die alles volgens het boekje doet en alleen geweld gebruikt als het echt niet anders kan. Binnen de kortste keren werken de twee elkaar enorm op de zenuwen, maar als ze op aanwijzingen stuiten dat ze met een seriemoordenaar te maken hebben, zit er niets anders op dan de onderlinge meningsverschillen opzij te zetten en de ijshockeywereld in te duiken, waar deze moordenaar zich zou ophouden.