Zeven dwergen, teleurgesteld in de wereld, hebben zich teruggetrokken achter de zeven bergen. Daar leiden ze aanvankelijk een gelukkig bestaan, maar de idylle wordt ruw verstoord als Sneeuwwitje, op de vlucht voor de wrede koningin, ook haar toevlucht zoekt tot het verder vrouwloze sprookjesbos.
Tijdloos verhaal over Belle en het Beest dat zich afspeelt in de periode van de Vikingen. Freya, een krijger en de mooie dochter van een Vikingkoning, wordt gevangen gehouden op een eilandkasteel door een Beest dat vervloekt is door zijn god Odin.
Colin is een mooie, vriendelijke en rijke uitvinder die op een dag Chloë ontmoet en stapelverliefd op haar wordt. In al hun geluk trouwen zij met elkaar. Maar op een dag wordt Chloë ziek. De dokter ontdekt wat er aan haar scheelt: Er groeit een waterlelie in haar longen. De enige manier om te genezen is om haar constant te omringen met bloemen, een kostenpost die Colin al snel straatarm maakt.
De Rockmores gaan op een familie roadtrip met een ongenode Kel in de kofferbak. Terwijl hij in het bos kampeert, heeft Kenan een enge ontmoeting met een mysterieuze, schimmige figuur...
Een weduwnaar met drie jonge kinderen, van wie de oudste het huishouden bestiert, heeft drie jaar eerder zijn financiële reserves uitgegeven aan de vergeefse operaties voor zijn vrouw. Nu werkt hij zich uit de naad, met uitzicht op promotie. Veel thuis is hij niet, maar van alle afwezige vaders is hij een van de amusantste: de bedverhaaltjes voor zijn kleinste laat hij achter op een cassettebandje en dan vindt hij ook zelf, op miraculeuze wijze, de dood. Dat wil zeggen: voordat hij naar het hiernamaals vertrekt, mag hij nog enkele dagen - als een slechts in duisternis zichtbaar spook - rondwaren om zijn zaakjes op orde te krijgen.
Daffy Duck en Speedy Gonzales vinden een schatkaart dat hen naar een wensput leidt. Daffy richt er een vakantieoord op en zo kunnen diverse Looney Tunes-figuren hun wens doen. Ondertussen doen Yosemite Sam en Tasmanian Devil er alles aan om hun schatkaart terug te krijgen.
Cumberland, 1348. De pest verspreidt zich in het middeleeuwse Engeland. Het afgelegen dorp kleine Griffin wordt ook bedreigd. Maar de 9-jarige jongen heeft een terugkerende droom die de sleutel bevat tot een kleine hoop op overleving: een meer met een kist erop drijvend. Een witte kerk met een ijzeren kruis. Een vallende handschoen. Een vallend silhouet. Een fakkel tuimelt door een donkere schacht de oneindigheid in. Samen met zijn broer herkent hij daarin een profetie om aan de Zwarte Dood te ontsnappen. Dus gaan ze met een paar mannen op reis naar een verre kathedraal, waar ze een ijzeren kruis willen oprichten als offer aan God. Haar pad leidt hen door een diepe en donkere mijnschacht naar een onbekend land en een volkomen bizarre tijd: naar het huidige Nieuw-Zeeland van de jaren tachtig.