Een orgeldraaier en zijn aapje werken in het New Yorkse straatbeeld. De aap klimt verschillende naar verschillende etages om fooien te krijgen van een paar vrouwen. De aap doet ook een dansje voor een groep kinderen, en gebruikt dan enkele rekwisieten om Harpo Marx, Stan Laurel en Oliver Hardy na te bootsen.
Er komt een kaboutercircus naar het kabouterbos van Plop. Wanneer de circus stoet door het bos rijdt, valt er een mandje van één van de trailers. Niet veel later ontdekt Kabouter Lui het mandje, waar een kleine kabouterbaby in ligt. Lui is meteen dol op de kleine babyclown en neemt hem mee naar zijn kaboutervrienden. Maar zij zijn druk bezig en hebben weinig aandacht voor Lui. Hij besluit daarom in het geheim voor de baby te zorgen. Dit gaat alleen niet zonder slag of stoot en Lui blijkt niet bepaald de ideale vader. Ondertussen is Plop bezig met het voorbereiden van een koekenbakwedstrijd. Hij wil namelijk kans maken op de titel Fijnproefkabouter, door de allerlekkerste Plopkoek te bakken. De proefkabouter komt naar het kabouterbos om alle koeken te proeven en de beste koekenbakker te belonen met deze titel.
Rudy speelt zich af in het hart van het landelijke Engeland .Rudy merkt dat haar relatie met haar vader op de proef wordt gesteld. Ze zit vast als proxy-ouder voor haar jongere broers en zussen en heeft te maken met een recent verlies. Ze voelt zich steeds meer buitengesloten wanneer haar huis wordt opengesteld voor een betalende gast. Door een hernieuwde vriendschap met een jongen uit Coventry ontdekt ze plezier, vrijheid en autonomie, maar gaat dat ten koste van onuitgesproken familiewonden?