Henry is een voormalige voetbalheld die in een weeshuis werkt. Er naar zijn zin heeft hij het niet, aangezien ze hem geen moment rust gunnen. Een poging van Karen, een collega van hem om de herrieschoppers te leren voetballen staat hem totaal niet aan. Ze besluiten de kinderen dan zelf maar te gaan trainen. Het team is niet erg succesvol. Ze hebben shirtjes, geen sponsors en winnen lukt ook al niet. Zelfs Henry krijgt medelijden met ze en het duurt niet lang voordat hij toch overstag gaat. Al gauw kan het Home team hun eerste doelpunt vieren, het lijkt wel het begin van vele successen te worden. Totdat het weeshuis afbrandt...
"Soms ben ik een kikker. Dat is mijn supergeheim. Niemand mag het weten, behalve jullie." De meester maakt vast een grapje. Daarom vindt Sita hem zo leuk. Tot hij op een dag op school arriveert met kroos in zijn haar en zijn natte kleren aan flarden.
De 12-jarige Wendy kan veel betere dingen bedenken dan met haar ouders Gunnar en Heike de hele zomervakantie op 'Rosenborg' door te brengen. De vervallen manege behoort toe aan haar grootmoeder Herta, die zij alleen uitbaat sinds de dood van Wendy's opa.