In een puriteins dorpje wordt Frieda door de gemeenschap met de vinger gewezen dat ze kinderloos is. Hierop stort de vrouw zich op het gebed en rituelen. Wanneer ze ongeschonden terugkeert uit het verboden bos dat het dorp omringt, wordt ze veroordeeld als duivelsaanbidster. Het toeval wil dat Frieda een nieuw geloof in de duistere krachten van het bos heeft gevonden.
Eigenlijk gaat alles perfect met Maria en Viktor: ze zijn pas verloofd, verwachten samen hun eerste kind en verhuizen naar het grote landhuis waar Viktor opgroeide. Wanneer de hoogzwangere Maria echter een avond alleen moet doorbrengen in het afgelegen huis, gebeuren er vreemde dingen. Viktor moet lange dagen maken en Maria probeert te wennen aan haar nieuwe huis, waar ze nog steeds de rillingen van krijgt. In eerste instantie denkt ze dat de vreemde gebeurtenissen, zoals stroomstoringen en mysterieuze geluiden uit de kelder, toeval zijn. Maar de gebeurtenissen worden steeds erger en ze moet langzaamaan beseffen dat zij en haar baby daar niet veilig zijn. Wanneer de weeën beginnen en de autosleutels op mysterieuze wijze verdwijnen, wordt de nacht een nachtmerrie. Welke duistere geheimen herbergt het huis en wat heeft Viktors familie te verbergen?
Een wanhopige moeder wordt sinds haar kindertijd achtervolgd door een kwaadaardige geest en laat zich bezeten raken om het leven van haar terminaal zieke dochter te redden.