Een moedige ploeg Joseon-piraten en bandieten vecht tegen stormachtige wateren, raadselachtige aanwijzingen en militante rivalen op zoek naar koninklijk goud dat verloren is gegaan op zee.
De zoektocht van koning Lodewijk XIV naar onsterfelijkheid leidt hem naar een zeemeermin die hij gevangen neemt voor diens levenskracht. Zijn plannen worden echter in het honderd gestuurd wanneer zijn onwettige dochter het creatuur ontdekt en ermee bevriend geraakt. Hiermee tart ze de meest machtige vorst op aarde.
Twee mannen reizen door de woestijn en vinden de grootste goudklomp die ze ooit hebben gezien. Het duo beschikt echter niet over de juiste materialen om de goudklomp mee te nemen, maar willen hun vondst kosten wat het kost beschermen. Ze bedenken een plan: een van de mannen trekt naar de bewoonde wereld om het materiaal te bemachtigen, terwijl de andere man bij het goudstuk blijft. De man die achterblijft krijgt echter alle narigheid van de woestijn over zich heen en moet zien te overleven.