In Burbank zet de jonge James Dean in april 1954 zijn eerste acteerpassen in een film van Elia Kazan. Ondanks zijn gebrek aan ervaring voert James het hoge woord op de set en jaagt hij zijn beroemde tegenspeler Raymond Massey tegen zich in het harnas. Regisseur Kazan pikt het gedrag van zijn beschermeling echter omwille van diens ongekend talent. James' moeilijke karakter is het resultaat van het verlies van zijn moeder op 9-jarige leeftijd, waardoor de gesloten jongen bij zijn tante opgroeid. Met zijn vader heeft hij nauwelijks contact en wanneer hij hem als tiener opzoekt, verloopt hun relatie zeer moeilijk. James' ster schiet als een komeet omhoog aan het filmfirmament, maar zijn getormenteerde ziel vindt geen rust...
Het in het geheim exploiteren van zijn kruiser als casino op zee is niet genoeg voor maffia don Lukino Marcano. Hij is ook op zoek naar het met goud beladen scheepswrak dat het budget van een klein land waard is! Lupin ontdekt het plan om deze lang verloren gewaande schat terug te vinden en neemt zijn partners Jigen, Goemon en Fujiko mee voor de rit om Lukino's gezelschap te crashen.
Een fervente professionele directeur en zijn vrouw dwingen hun opstandige tieners en hun oudere zus om een weekendje met het vliegtuig naar de bergen te gaan. De oudere zus haalt het vliegtuig niet op tijd en het gezin vertrekt zonder haar. Hun kleine privévliegtuig krijgt dan problemen en stort neer, weg van alle mensen. Dit dwingt de groep om samen te werken om de omstandigheden in de wildernis, inclusief een lawine, te overleven.
Generaal Heydrich heeft van de Führer de opdracht gekregen om een geheime conferentie te organiseren, der Wannsee Konferenz. Voor deze bijeenkomst heeft hij op 20 januari 1942 vijftien nazi-kopstukken samengeroepen in een villa aan de Wannsee, net buiten Berlijn. Er moeten namelijk enkele belangrijke en dringende zaken besproken worden. Het groeiend aantal joden is een doorn in het oog van de Führer en het is aan generaal Heydrich om op deze bijeenkomst oplossingen te zoeken.
Zomer, 1961. Het record van de meeste home runs in een competitie staat, met 60 stuks, nog steeds op naam van Babe Ruth. Of dat record nog lang zal standhouden, hangt af van Roger Maris en Mickey Mantle, allebei van de New York Yankees.