Twee 8-jarige jongens leren elkaar kennen in de zomer van 1970 in Chicago. Hoewel hun achtergrond zeer verschillend is, sluiten ze vriendschap. Danny, de zoon van een rabbijn, is Joods en Pete is Katholiek. Wanneer Danny ernstig ziek blijkt te zijn belooft Pete hem te helpen in de hemel te komen. Hiervoor moet Danny zich, volgens Pete, bekeren en daar zijn de beide ouders behoorlijk op tegen. Toch zetten de jongens door ondanks de rampzalige gevolgen die ze daar mee ontketenen...
Als kind geloofde Jack de tedere leugen die zijn ouders hem vertelden, dat Gio een bijzonder wezen was met superkrachten, zoals in een stripboek. Nu hij op het punt staat naar de middelbare school te gaan, gelooft Jack echter niet langer dat zijn broer een superheld is. Sterker nog, hij schaamt zich bijna voor hem, vooral sinds hij Arianna ontmoette, de eerste liefde van zijn leven.
Tyltyl en Mytyl zijn twee kinderen van zeer arme houthakkers. Een fee komt hen om hulp vragen bij het vinden van de blauwe vogel. Kinderen ontdekken de wereld anders dankzij een diamant.
Het is de zomer van 1980 in een stad aan de Egeïsche Zee. Het schooljaar is net afgelopen voor de tienjarige Ozan en zoals elke jongen van zijn leeftijd, is hij klaar om de buurt te veroveren tijdens de zomervakantie. Patriarch en opa Mehmet Efendi, wiens vader afkomstig is van Kreta, was met zijn familie een van de eerste kolonisten in de stad. Ozans oma Nadire is afkomstig uit Thessaloniki, afkomstig uit een andere familie van immigranten. Ozan woont bij zijn grootouders, zijn zusje, moeder Nurhan en de politiek linksgeoriënteerde vader Ibrahim, die tevens locoburgemeester is.
De jonge Charlie ontfermt zich over het hondje Annie. Annie heeft kanker in één van haar pootjes en moet afgemaakt worden. Charlie is vast van plan dat niet te laten gebeuren, want hij is ervan overtuigd dat Annie een heel bijzonder hondje is.